Even verderop aan de rechterkant een zogenaamde wadi, dit is een systeem voor afvoer en opvang van hemelwater. We zien deze ook vaak langs snelwegen bij de op - en afritten.
We zien hier ook de haagbeuk staan. We blijven rechtdoor lopen en ook hier zien we even verderop een opgeplant gedeelte weer met lijsterbes, wilg en berk.
Langzaam naderen we de dorpskern van Zand Oerle. Lang het weggetje zien we esdoorn, essen, haagbeuk en een goed geschoren thujahaag. Langs die haag zien we 1 exemplaar van de karmozijn bes. De bessen van deze plant werden vroeger gebruikt om o.a. wol te verven evenals de bolsters van de walnoot die even verderop in een tuin staat.
We wandelen nu de bewoonde wereld binnen, op een bankje kunnen we even rusten, maar ook om eens rond te kijken naar deze prachtige dorpskern.
We lopen nu rechts af en bij de splitsing links de Paddevenweg richting het geitenboerke. Daarna rechts de Toterfoot. Kleinschalige weitjes met schapen en paarden en een struisvogel die nieuwsgierig over de heg kijkt.
Je kunt zien dat we wat later in het jaar zijn doordat de bermen hier wat sober zijn wat plantengroei betreft.
Bij Gasterij het Dorpsgenot staat de koffie of thee klaar voor degene die trek hebben. Hier wordt je keurig bediend door werknemers met een beperking afkomstig van Severinus.
Bij het kruispunt aangekomen gaan we rechts de Grote Vliet in. In de bermen hier wat meer kleur, van het wilgenroosje wat in haar nabloei is. Ook de zaailingen van de berenklauw hebben een bloempje druk bezocht door o.a. de bijen. De vogelkers is goed vertegenwoordigd en natuurlijk de mais.
Een ander veelvoorkomende wilde plant is het boerenwormkruid, het is een vaste plant die van juni tot en met augustus bloeit met een nabloei tot aan de herfst.
De bloemen verwelken niet gemakkelijk waardoor ze lang hun gele kleur behouden. Hij behoort tevens tot de zogenaamde kompasplanten. In de volle zon richten de bladeren precies plat naar het zuiden. De etherische olie uit de plant wordt gebruikt voor insecten werende middelen. Ook werden de bloemen gebruikt in bloemtrossen om boze geesten, heksen en onweer te verdrijven.
Verder gebruik tegen wormen
bij mens en dier.
Een ander bijzonder kruid wat in de berm staat is de bijvoet. Familie van de Alsem komt voor op zanderige gronden in wegbermen. Werd vroeger door de macherende soldaten in hun schoenen gedaan zodat ze minder moe werden.
Ook duizendblad en kruiskruid bloeien nog volop.
Tussen de mais een veld met coniferen aanplant waar aan de slootkant de akkerwinde of te wel het pispotje bloeit.
We komen langs een bosje met voornamelijk eik, vuilboom, Amerikaanse vogelkers, berk en lijsterbes.
Ook lopen we langs grove den met een onderbeplanting van lijsterbes en eik.
Er zijn veel bramen te plukken langs deze weg, sommige zijn al rijp en smaken naar meer.
Een andere plant in de berm is het zevenblad, bijna niet uit te roeien, verspreid door de Romeinen. Zevenblad ontleent zijn naam doordat er 7 blaadjes aan een steel zitten, groeit op zure grond.
Na de winter de eerste groente die gegeten werd, veel vitamine A en C, calsium en magnesium. Beproeft middel tegen jicht doordat het de werking van de nieren versterkt. Ook te gebruiken als alternatief voor spinazie.
Wordt vervolgd.